Bij een tweedaagse op de hei doe je met je collega’s inzichten op, maak je plannen en leer je dingen die je zó graag op je school in praktijk zou willen brengen. Je kunt elkaar, daar op Bos & Bladeren, in alle rust, op wonderlijke wijze, dan ook heel goed vinden en met elkaar hoopvolle afspraken maken. Vol goede moed vertrek je na de tweedaagse weer naar huis.
Het post-conferentieoord-gevoel
Helaas word je in de praktijk weer overdonderd door de drukte van alle regelzaken, door praktische vragen van je collega’s, door de waan van de dag. En die collega met wie je die avondsessie zo’n tranentrekkend mooi gesprek had, wordt in de eerste de beste MT-vergadering weer die pain in the ass die hij altijd was.
1e, 2e en 3e ordevragen
Om dit fenomeen te begrijpen helpt het om een onderscheid tussen 1e ordevragen, 2e ordevragen en 3e ordevragen.
1e ordevragen zijn ‘waan van de dag vragen’. Het zijn: ‘wie-doet-wat-wanneer-vragen’. Het gaat om praktische regel- en coördinatiezaken zoals bijvoorbeeld het inroosteren van een extra groep Engels.
2e ordevragen zijn ‘hoe-vragen’: hoe-krijgen-we-het-beter-of-anders? Bijvoorbeeld: hoe kunnen we het rendement in de bovenbouw verbeteren? 2e ordevragen doen een appèl op onze analytische vermogens, op onze bekwaamheden om een plan op te stellen en op onze strategisch en tactisch slimmigheid.
Dan zijn er de 3e ordevragen. Dat zijn de vragen van het leven. Waarom doen we wat we doen? Wat is waardevol, betekenisvol en nastrevenswaardig? Wat bedoelen we, in een concrete situatie, met onze kernwaarden: vertrouwen, respect, verantwoordelijkheid? Het draait bij 3e ordevragen om het ontwikkelen van wijsheid en een mild gemoed en niet om het beredeneerd komen tot een antwoord.
De kloof tussen hei en de werkelijkheid
Bij zo’n tweedaagse ben je even bevrijd van de 1e ordevragen door ze thuis te laten of ze om te zetten in de meer beleidsmatige 2e ordevragen. Dan hebben jij en je collega’s eindelijk de tijd om te stoeien met 2e ordevragen. Daarbij zullen de ingehuurde experts methodieken, formats en modellen invliegen die jullie in de analytische oplossingsmodus brengen. Met al die brains op Hei en Haag komen jullie gegarandeerd tot de mooiste plannen.
Een deel van het programma wordt ingeruimd voor bezinning op 3e ordevragen. Met een geraffineerde werkvorm in een ontspannen sfeer en een passende ambiance voelt iedereen zich innerlijk vrij om de ander, in een goed gesprek, werkelijk te ontmoeten .
Zo ontstaat de illusie van het ‘weten’ en de euforie van gedeelde oplossingen. Helaas, terug op school is er de terreur van de 1e ordevragen en blijken 2e orde vraagstukken niet oplosbaar zonder de medewerking van de collega’s in de school. Overvalt je het niet-weten weer en is de besluitvorming in het MT opeens weer stroperig en blijken 3e ordevragen toch niet zo gemakkelijk bespreekbaar, waardoor ze al snel bezwijken onder druk van agenda’s en verstrengelde belangen.
Denken voor anderen
Niet-weten hoe we iets moeten oplossen, niet-weten hoe de toekomst eruit ziet, is lastig. Dat is vaak de aanleiding voor een tweedaagse bezinning op Zee & Zand. Om niet-weten om te zetten in weten. Op Zee & Zand is de verleiding groot om voor anderen te gaan denken. Die anderen, die het ook niet weten, krijgen vervolgens te horen wat het management inmiddels wel weet en heeft besloten. In de realiteit van alle dag zijn problemen echter met elkaar verstrengeld. Elke probleem wordt gevoed door zowel 1e ordevragen als 2e – en 3e ordevragen: we willen onderwijs dat voor onze leerlingen betekenisvol is, dat didactisch, pedagogisch bij de tijd is, professioneel en met liefde wordt uitgevoerd, waarbij onze leerlingen op niveau presteren en – oh ja, – het rooster moet ook op orde. Daar is iedereen van de school bij betrokken en iedereen zou dus een bijdrage moeten leveren aan wat er te doen is.
De taak van de leiding is niet zozeer het beantwoorden van die niet-weten-vragen, maar ervoor te zorgen dat je vragen samen en in samenhang beantwoordt. Dat is co-creatie.
De school als conferentieoord
Vraag is wellicht niet hoe je het conferentiegevoel kunt vasthouden, maar hoe kunnen we van onze school een conferentieoord maken? Enkele ideeën:
1. Verduur dat je de oplossingen en hoe de toekomst zich ontwikkelt niet-weet en deel dat met je collega’s in de school.
2. Houd vervolgens je conferentie op school, met je medewerkers.
3. Breng de agendapunten van je MT-overleg naar de teams.
4. Als je toch naar Stad en Struweel wilt gaan:
a. laat de docenten en leerlingen dan mede jullie agenda bepalen
b. neem enkele docenten en leerlingen mee
5. Vertaal elke vraag, probleem of verlangen in een 3e, 2e en 1e ordevraag.
6. Verbind mensen in verschillende lagen van je organisatie met elkaar