‘Je moet van ze houden’

Ik verzorg een plenaire bijdrage aan een studiedag voor schoolleiders over ‘leidinggeven aan verandering’. Tijdens mijn presentatie ontstaat enig rumoer op de achterste rij. Een schoolleider staat boos op en voegt mij toe: ‘mooie woorden, maar heb je ook een concreet advies, wat ik kan doen als ze niet willen?’ Ik denk: ‘als je zo boos bent op de mensen aan wie je leidinggeeft, dan kun je het wel schudden’ en roep terug: ‘je moet van ze houden’. Wellicht als interventie niet geniaal, maar wel de spijker op de kop!’ denk ik opgewekt op de terugweg naar huis.

Sandwich positie

Ik wordt gevraagd voor begeleide intervisie van enkele teamleiders van een scholengroep. Een steeds terugkerend thema dat zij inbrengen is het weinig professionele organisatiegedrag van hun leidinggevenden en hun teamleden. Zoals: het ‘over de schutting’ gooien van problemen, zich niet open en lerend opstellen, beperkt reflectief vermogen, slecht communiceren, zaken op z’n beloop laten, vergaderingen ‘volkletsen’ of ‘uitzitten’ enz. ‘Tja’, is de moedeloos makende verzuchting: ‘als onze leidinggevenden en onze teamleden zich professioneel zo misdragen kan ik als teamleider ook niet goed functioneren’. De sandwich-boodschap is luid en duidelijk: ‘ik voel me machteloos’.

Van betekenis zijn

Bij de intervisie constateer ik dat de teamleiders hun problemen over de schutting gooien, zich niet echt lerend opstellen, weinig reflectief zijn, en vergaderingen leiden als een verplicht nummer, want ‘er is toch altijd wel een leidinggevende of een teamlid die het feestje verziekt’. Ik betrap me op de gedachte: ‘hoe kan ik, bij zoveel gevoelens van machteloosheid, als intervisor nog van betekenis zijn?’ 

Uit de machteloosheid

Wat haalt ons uit de cirkel van blamen en machteloosheid? Immers, de boosheid die met de machteloosheid komt doet ons ons hart sluiten voor de ander. Dan is de boodschap: ‘Je moet van ze houden’ lastig te ontvangen.

 

Van betekenis zijn in de sandwichpositie

  1. De volgende vijf intervisie-principes werken ook voor wie zich in een sandwich-positie ingeklemd voelt tussen hiërarchie en pocket veto.
  2. Je hoeft niet van je collega’s te houden maar je kunt wel met open mind en liefdevol onderzoeken wat maakt dat ze zich gedragen zoals ze doen. Vaak is machteloosheid in het spel die jij een stem kunt geven.
  3. Organisatiegedrag van mensen hangt sterk af van de definitie die ze geven van hun situatie. Juist jij, als teamleider staat mede aan de wieg van die definities.
  4. Je hebt een spilpositie in het verbinden van de zorgen en de verlangens van de medewerkers van je team met die van je leidinggevende. Luisteren daar actief naar, zonder de zorgen over te nemen.
  5. Ondersteun mensen pro-actief om, samen met hun collega’s, zelf oplossingen te bedenken.
  6. Ga na welke gedrags- of denkpatronen blokkerend werken. Heb die moed om fier uit die patronen te stappen en die blokkades los te laten. Doe iets anders en je krijgt hoe dan ook een andere uitkomst.