They spelled my name wrong again
Op de basisschool was ik een van de laatste van de klas die zijn naam kon schrijven Voor eeuwig dom. Inmiddels weet ik dat Louis een lastige naam is. Regelmatig bestel ik bij Starbucks een Latte Macchiato. De jongen of het meisje bij wie ik mijn bestelling doe vraagt dan hoe ik heet. Want ze schrijven daar je naam op het bekertje. Als ik ‘Louis’ zeg kijken ze mij even gepijnigd aan, want tja, hoe schrijf je dat? Je begrijpt, ik kijk met mildheid naar die voor mij herkenbare worsteling met mijn naam. Aan de lichaamstaal van de ander kan ik zien: ‘het wordt weer een gokkie’. De collega die het door mij gevraagde product bereidt roept mijn naam door de zaak. Altijd spannend want hij moet zich baseren op wat zijn collega op het bekertje heeft gezet. ‘Latte Macchiato voor ‘Loi” hoor ik vanmorgen. Soms is het ‘Lewi’ dan weer ‘Lois’. Eén keer werd ik aangeroepen met kortweg ‘koffie voor ‘Lo’!
Onbevangen en moedig
Eén keer vroeg een meisje: ‘hoe schrijf je dat?’ Zij bezat nog de onbevangenheid of de moed om te aanvaarden dat ze het Niet-Weet. Ze vraagt er gewoon naar.
Ik denk dat kinderen nog onbevangen Niet-Weten. Zij gaan nieuwsgierig op onderzoek uit of vragen het gewoon. Als we ouder worden vinden we het steeds lastiger of soms zelfs gênant om bepaalde dingen niet te weten. We verbergen liever dat we Niet-Weten hoe je iemands naam schrijft of hoe je je kinderen moet te voeden. Dan vraagt het moed je onwetendheid te tonen.
Plezier, nieuwsgierigheid en creativiteit
Niet-Weten is een innerlijke staat. Die kun je verbinden met angst en onzekerheid. Maar ook met nieuwsgierigheid en onbevangenheid; een bron van plezier en creativiteit. Ik wordt daar wel blij van: nieuwsgierige en creatieve mensen in het onderwijs die er plezier in hebben de spanning tussen Weten en Niet-Weten op te zoeken. En vooral, dat te delen met hun leerlingen en hun collega’s.
Omhoog- en wegdelegeren.
In de meeste onderwijsorganisaties wordt het Niet-Weten ‘omhoog gedelegeerd’. Van leerlingen naar docenten, van docenten naar management, naar experts, een werkgroep of naar bestuur. Daar wordt het omgezet in Weten en krijgt het de vorm van modules, lessenseries, beleidsplannen, projectplannen, doelen, regels, voorschriften, te bereiken resultaten met toetsingscriteria. Na verloop van tijd sluipt zo in elke professional een Starbuckmedewerker. Krampachtig vasthoudend aan eigen domein van Weten. Wat je Niet-Weet wordt uit de weg gegaan. Bijvoorbeeld door het over de schutting te gooien naar degenen die het ook Niet-Weten maar die zich vervolgens wel gaan uitsloven om het te weten; voor de ander!
En nu?
Sluit je eigen Niet-Wetende Starbuckmedewerker in je armen. Het is bevrijdend je Niet-Weten te delen en samen op onderzoek te gaan. Juist in verticale situaties: leerlingen met docenten, leiding met docenten en leerlingen enz. Socrates deed dat al meer dan 2000 jaar geleden: in een ‘horizontale dialoog’. Iedereen kan groeien als persoon en als professional in zo’n dialoog. Voorwaarde is dat je stopt te denken dat jij met de oplossing moet komen. In tegendeel, dat maakt mensen afhankelijk of boos. Meestal boos want afhankelijk. Een goed idee brengt mensen in actie omdat het ook hun idee is.
Volgende vraag
Wat nou als een situatie zó complex is dat je werkelijk niet weet wat te doen – bijna elke onderwijssituatie dus – wat is dan nog de bron van waaruit we kunnen handelen?
Die vraag stond centraal in een gesprek dat ik onlangs had met Ad Molenaars lid CD Raayland College.
Meer lezen? Jezelf verbinden met de complexiteit, verslag van een gesprek.