‘Het’ heeft ook kennis.

Chris Hazelebach, lerarenopleider aan de CALO Hs. Windesheim

 

Met onze kennis kunnen we niet alles weten. We weten het niet, maar gelukkig weet het het zelf ook veel. Het heeft ook kennis. Zoals in het voorbeeld van de dans, de dans weet zelf ook wat het wil. De dans is de dialoog tussen de twee dansers, het is er alleen tijdens het dansen, het is er alleen in het hier en nu, de dans, het het, is er alleen dan als een tijdruimtelijk construct, dat weg is als we stoppen met dansen. Daarna is er nog wel de ervaring, de herinnering, of een film van het dansen, maar het dansen zelf is er niet meer.

Hoe moeilijk is het te snappen wat de “dans zelf” weet. Het is als “Flow”; de dans stroomt vanzelf en weet zijn eigen weg en wij mensen mogen ons voegen. Door ons te voegen kunnen we ook nog wat bijsturen.

Dit niet-weten, opgeven dat we het zelf moeten weten, brengt ons in contact met het weten van het het (de activiteit). Ik probeer dat aan mijn studenten bewegingsonderwijs te verduidelijken met allerlei eenvoudige activiteiten; bijvoorbeeld chinees bordje draaien. Alleen het bordje en het stokje weten hoe het kan lukken, zoals vele bewegingsactiviteiten, de kennis zit in de activiteit, in het hier en nu. Uiteindelijk is misschien de ademhaling wel de meest oorspronkelijke bewegingsactiviteit, waaruit blijkt dat de persoon niet de enige is die bepaalt of we willen ademhalen, het gebeurt. En soms willen we niet en dan …..

Intuïtie en het onbewuste

Wat Chris vertelt sluit aan bij wat ik las in een boekje van Gigerenzer over de werking van het onbewuste en intuïtie[1]. Gigerenzer legt uit hoe een achtervanger in het honkbalveld erin slaagt een hoog weggeslagen bal te vangen. Op min of meer onbewust niveau past de vanger de volgende 3 eenvoudige principes toe:

  1. Hij blijft voortdurend kijken naar de bal.
  2. Terwijl de bal haar beweging door de lucht maakt beweegt de vanger voortdurend zelf in de richting van de bal of juist ervan af.
  3. Hij past daarbij zijn snelheid zodanig aan dat de hoek van zijn waarneming van de bal steeds constant blijft.

Om een goede vanger te zijn hoeft de vanger geen Weet te hebben van deze principes. Als hij er maar naar handelt. Het begrijpen van dit principes kan soms handig zijn. Bijvoorbeeld als de vanger een coach heeft die niet roept:’ eerst goed kijken en dan pas lopen’. Want dat is, uitgaande van deze vang-principes, een foute strategie. Een betere instructie is: ‘blijf lopen en blijf tegelijkertijd goed naar de bal kijken.’

Noot: interessant is dat de vanger geen gebruik maakt van zijn ‘ratio’. Hij maakt bijvoorbeeld geen berekeningen op basis van de wetten van zwaartekracht. Hij zou dan, voor hij gaat vangen, eerst een perfecte calculatie moeten maken van de baan die de bal door de lucht maakt. Vermoedelijk zou hij, als hij afhankelijk zou zijn van een berekening van de curve van de bal, worden ontslagen als achtervanger. Op bewust niveau weet de gemiddelde achtervanger niet hoe het principe werkt dat hem helpt de bal te vangen. Zoals de duizendpoot in de problemen komt als je hem zou vragen om goed op te letten op hoe hij poot 346 zet.

Bovenstaande beschrijft drie mogelijkheden hoe om te gaan met een werkelijkheid die we niet begrijpen (niet-weten).

  1. Vinden van een rationele, logische oplossing en op basis daarvan handelen.
  2. Gebruik maken van onbewuste principes die ons handelen sturen.
  3. Overgeven naar het ‘weten’ van iets buiten ons (de dans)

Het gaat erom ons te bevrijden van rationele dwaalwegen en emotionele verstrikkingen.

De mens is blijkbaar in staat, door te handelen naar eenvoudige principes (2), adequaat om te gaan met onbegrepen krachten buiten hem (3). In het voorbeeld hierboven is dat de zwaartekracht. Die principes maken deel uit van een onbewuste rijkdom diep in ons. Het zijn kwaliteiten waarop we – hoewel we op bewust niveau niet-weten – toch een beroep kunnen doen. Als maar niet teveel wordt nagedacht en beredeneerd.

Scriptvrij

Handelingsprincipes zijn als het ware de medioren die ons helpen ons handelen adequaat te verbinden met de onbekende, complexe wereld waarin we leven. Voorwaarde om deze kwaliteiten te mobiliseren is dat onze intuïtie scriptvrij is. Onder ‘script’ versta ik aangeleerde patronen van kijken, ervaren en handelen gevoed door angst, onzekerheid en boosheid. Scripts maken mensen zich eigen in hun vroege jeugd in reactie op nare ervaringen of boodschappen van volwassenen. De innerlijke overtuiging ‘dit lukt mij toch niet’ is een voorbeeld van zo’n innerlijke scriptboodschap. Zo’n overtuiging staat de overgave aan het weten buiten je in de weg. Scripts versluieren onze kijk op de werkelijkheid waardoor onze intuïtie ‘gemankeerd’ raakt.

 

Zie ook hand-out: Drama-driehoek, winnaar-driehoek en samen betekenis creeren’.