Bij de totstandkoming van mijn boek legde ik studenten, docenten, leidinggevenden en collega’s de vraag voor wat niet-weten voor hen betekent. Hieronder enkele antwoorden.
Over niet-weten
Dans
Chris Hazelbach, lerarenopleider aan de CALO Hogeschool Windesheim zegt dat niet-weten je helpt open te staan voor een bijzonder soort weten buiten je. Hij geeft als voorbeeld de dans.
‘Met onze kennis kunnen we niet alles weten. Neem als het voorbeeld de dans. De dans weet zelf wat het wil. De dans is het resultaat van een dialoog tussen de twee dansers. Het is er alleen tijdens het dansen, het is er alleen in het hier en nu. De dans is een tijdruimtelijk construct, dat weg is als we stoppen met dansen. Daarna is er nog wel de ervaring, de herinnering, of een film van het dansen, maar het dansen zelf is er niet meer’.
Dialoog
In een gesprek met Ad Molenaars (tijdens het gesprek lid centrale directie Raayland College) concluderen we ook dat de dialoog je kan helpen om gebruik te maken van kracht van niet-weten.
‘Het ‘denken te weten’ is een reflex om controle te houden op de situatie. De vraag is hoe we los kunnen komen van ons eenzijdige weten, ons open kunnen stellen voor complexiteit waarin we vaak niet-weten en voor de ervaringen, inzichten van anderen. Het antwoord vinden we in de dialoog. In dialoog kunnen we op onderzoekende wijze inzicht krijgen in de krachten die uiteindelijk ons gedrag bepalen. Juist het opschorten van oordelen en de bereidheid om ideeën en oplossingen die men vooraf heeft los te laten helpt ons open te staan voor een dieper inzicht’.
Next-step
Zowel bij de dans als in de dialoog gaat het erom dat je je op stelt voor de volgende stap. Die je dus vooraf niet-weet. Ik spreek daarover met Jan Paul Beekman, rector bestuurder van Spinoza Lyceum.
‘Ik wil eraan bijdragen dat leerlingen en docenten zichzelf vragen stellen en de kans krijgen zichzelf te ontwikkelen. Dat zij het gevoel hebben dat ze het aankunnen en zelf keuzes kunnen maken, bijvoorbeeld over de wijze waarop ze dingen aanpakken of hoe zij zich willen verdiepen in hun leraarschap. Het gaat dus om een levenshouding waarin je je open stelt voor het onbekende, voor het niet-weten. Ik draag daaraan bij door een context te creëren die dat voor hen mogelijk maakt. Elke school, elke situatie, elke leerling is anders en is in ontwikkeling. Het is een illusie te denken dat je vooraf precies kunt weten wat te doen, hoe het aan te pakken, laat staan dat je voortdurend vooraf weet wat de uitkomst zal zijn. Ik werk dan ook niet vanuit een scherpe eenduidig geformuleerde visie met een uitgewerkt toekomstbeeld waar we planmatig naar toe werken. Ik laat mij vooral leiden door de ontwikkeling van leerlingen, wat daarvoor nodig is en de ontwikkeling die de docenten daarbij maken. Eerder waarden gedreven dus dan planmatig werken naar een vooraf ingevulde toekomst. Telkens sta je dan stil bij de vraag: ‘hoe nu verder?’, ‘wat is de volgende stap?’ Dat betekent goed luisteren naar elkaar en samen uitzoeken wat de volgende stap is’.
Vragen
Als je je als leidinggevende ervoor open stelt dat je vooraf niet weet wat de volgende stap is laat je je leiden door vragen, minder door antwoorden. Voor Inge Essing, teamleider, nu adviseur bij Marant, leidt dat bijvoorbeeld tot de prangende leervraag:
‘Hoe geef ik leiding aan het niet-weten? Veel weet ik niet zeker, maar 1 ding weet ik wel zeker. IK BEN MENS! Leidinggeven aan het niet-weten betekent leidinggeven in een nieuwe toekomende onbekende tijd. Hoe het onderwijs eruit gaat zien weten we niet. Wat we wel weten is dat we in ontwikkeling zijn.
Louis Steeman gebruikte de metafoor “vertraagde tijd” voor ontwikkeling in je binnenwereld. Mijn eerste vraag is wat ik in deze vertraagde tijd als mens in huis heb en wat ik hierin moet ontwikkelen om een goede leidinggevende te kunnen zijn? Veel weten we niet zeker, maar in de komende tijd zal het “kennen van het individuele kind” nog centraler staan en wij moeten als leidinggevende anders omgaan met hiërarchie. Het “mens-zijn” wordt belangrijker’.
Over niet-weten